Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [66]Welke Hij ook [67]geroepen heeft, [namelijk] ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen. 66. Tot hiertoe heeft de apostel gesproken van Gods voornemen der verkiezing van sommigen en der verwerping van anderen; nu gaat hij voort en spreekt van de roeping dergenen, die verkoren zijn, ten dele uit de Joden, maar merendeels uit de heidenen; welke roeping het middel en kenteken is, waardoor de uitverkorenen Gods van anderen worden onderscheiden. 67. Namelijk niet alleen uitwendig door het Woord, maar, ook inwendig door Zijnen Geest, gelijk het woordje uit ook medebrengt; want anderszins is naar de uitwendige roeping zowel de Jood als de heiden geroepen; Matth.22:14; hfdst.8 vs.28,30; 1 Kor.1:26.